Ovariale stimulatie (gecontroleerde ovariale stimulatie, COS) is wereldwijd een kernstap van veel vruchtbaarheidsbehandelingen. Het doel is om in één cyclus meerdere eicellen te laten rijpen, zodat de kansen bij IVF/ICSI of IUI verbeteren. Moderne richtlijnen benadrukken daarbij veiligheid, individuele dosering en nauwgezet monitoring in plaats van 'maximale aantallen'. Goede patiënteninformatie en evidence-based aanbevelingen zijn onder andere beschikbaar via Thuisarts, NICE, HFEA en ESHRE.
Wat is ovariale stimulatie?
Dit is de hormonale prikkeling van de eierstokken met tabletten of injecties zodat meerdere follikels groeien. Bij IVF/ICSI worden de eicellen daarna puncteerd; bij IUI streeft men gewoonlijk naar 1–3 rijpe follikels om het meerlingrisico te beperken. De finale rijping wordt opgewekt met een 'trigger'-injectie (hCG of een GnRH-agonist).
Doelen & realistische verwachtingen
Een succesvolle stimulatie betekent niet 'zoveel mogelijk eicellen', maar 'voldoende, veilig en van goede kwaliteit'. Het optimale aantal hangt af van leeftijd, AMH/AFC, voorgeschiedenis, methode (IUI versus IVF/ICSI) en laboratoriumcapaciteiten. Goede centra sturen dosis en timing zo dat kansen en veiligheid in balans blijven; dit wordt ook benadrukt in internationale aanbevelingen (NICE, ESHRE).
Protocollen
Antagonistenprotocol (kort)
Veelgebruikt standaard: dagelijkse FSH/hMG-injecties vanaf cyclusdag 2–3; zodra de follikels groeien, voorkomt een GnRH-antagonist een vroegtijdige LH-piek. Trigger aan het einde met hCG of GnRH-agonist. Voordelen: flexibiliteit, goed veiligheidsprofiel, lager OHSS-risico.
Agonistenprotocol (lang)
Downregulatie met een GnRH-agonist vóór de stimulatie, daarna FSH/hMG. Selectief nuttig, maar langduriger en mogelijk meer bijwerkingen.
Milde / natural-modified stimulatie
Lagere gonadotropinedoseringen of tabletten (letrozol/clomifeen), met focus op minder maar voldoende eicellen. Kan bijwerkingen en kosten verlagen; niet voor alle patiëntprofielen geschikt. Een patiëntvriendelijk overzicht is beschikbaar bij de HFEA.
Medicatie
| Klasse | Doel | Voorbeelden | Opmerkingen |
|---|---|---|---|
| Gonadotropinen (FSH/hMG) | Follikelgroei | FSH-pennen, hMG | Dosis afhankelijk van AMH, AFC, leeftijd, BMI en voorgeschiedenis |
| GnRH-antagonist | Voorkomt vroegtijdige LH-piek | Cetrorelix, Ganirelix | Vaak gebruikt in het korte protocol |
| GnRH-agonist | Downregulatie / trigger-optie | Leuproreline, Triptoreline | Als trigger verlaagt het OHSS-risico |
| Tabletten | Stimulatie vooral bij IUI/milde protocollen | Letrozol, Clomifeen | Goedkoop, lagere eicelaantallen |
| Progesteron | Luteale fase ondersteuning | Vaginale capsules/-gel | Standaard na IVF/ICSI |
Patiëntenvriendelijke overzichten van middelen: HFEA: Fertility drugs.
Monitoring & startcriteria
Vooraf worden anamnese, echoscopisch onderzoek (AFC), hormoonstatus (inclusief AMH) en, afhankelijk van de regio, infectiescreenings beoordeeld. Tijdens de stimulatie sturen 2–4 echo- en eventueel estradiolcontroles de dosis en het tijdstip van de trigger.
- Startcriteria: AMH/AFC, leeftijd, BMI, cycluspatroon, eerdere behandelingen, comorbiditeiten.
- Streefwaarden: bij IUI meestal 1–3 leidende follikels; bij IVF/ICSI wordt gestreefd naar een gematigd 'goed' aantal eicellen.
- Trigger: bij leidende follikels ongeveer 17–20 mm (kliniekspecifiek).
Algemene aanbevelingen voor sturing zijn te vinden in NICE en in de ESHRE-richtlijn.
Verloop stap voor stap
- Start: cyclusdag 2–3 met tabletten of injecties.
- Controles: echo en eventueel E2 voor dosisaanpassing; antagonist bij voldoende follikelgroei.
- Trigger: hCG of GnRH-agonist voor de finale rijping.
- Vervolg: IVF/ICSI-punctie ~34–36 uur na trigger; IUI kort na de uitløsning.
- Luteale fase: progesteron volgens klinisch protocol.
Verdieping: methodenoverzicht IVF/ICSI, IUI en de afbakening naar ICI/thuisinseminatie.
Succes & eicelopbrengst
Succespercentages hangen sterk af van leeftijd, oorzaak, laboratoriumketen en embryostadium. Veel centra streven bij IVF/ICSI naar een gemiddelde eicelaantallen; bij IUI volstaat vaak één leidende follikel. Richtlijnen adviseren om protocol- en dosiskeuze te baseren op individueel risico en niet op maximale aantallen (ESHRE).
Veiligheid & OHSS-preventie
OHSS (ovarieel hyperstimulatiesyndroom) komt zelden voor, maar is klinisch relevant. Risicofactoren: hoog AMH/AFC, PCOS, jonge leeftijd, hoge E2-spiegels, agressieve dosering. Preventieve maatregelen: antagonistprotocol, conservatieve dosering, GnRH-agonist-trigger, eventueel 'freeze-all', en nauwgezet monitoren. Waarschuwingssignalen: snelle gewichtstoename, toenemende buikomvang/pijn, kortademigheid, aanhoudend braken. Patiënteninformatie: NHS over OHSS.
Luteale fase ondersteuning
Na IVF/ICSI is progesteronondersteuning standaard; na IUI varieert het internationaal. Vormgeving: vaginale gel, capsules, minder vaak injecties. Duur is gewoonlijk tot de zwangerschapsbepaling of in de vroege zwangerschap – volgens het klinische protocol.
Vergelijking & alternatieven
| Aanpak | Typisch voor | Voordelen | Aandachtspunten |
|---|---|---|---|
| Antagonistenprotocol | IVF/ICSI | Flexibel, lager OHSS-risico | Dagelijkse injecties, intensievere controles |
| Agonistenprotocol | Selectieve indicaties | Planbaarheid, laboratoriumtechnische voordelen | Langer traject, meer bijwerkingen mogelijk |
| Mild / natural-modified | IUI, milde IVF | Minder bijwerkingen, soms lagere kosten | Lager eicelaantal; niet voor alle profielen geschikt |
Opties met minder medicatiebelasting worden patiëntvriendelijk uitgelegd door de HFEA.
Wanneer naar de arts?
Direct medisch contact bij sterke buikpijn, kortademigheid, aanhoudend braken, duizeligheid, snelle gewichtstoename of duidelijk toenemende buikomvang tijdens of na de stimulatie. Ook bij uitblijvend follikelgroei, herhaaldelijk te veel follikels bij IUI of ernstige bijwerkingen moet de strategie aangepast worden. Ovariale stimulatie behoort altijd onder medische begeleiding met gestructureerd monitoring te plaatsvinden.
Conclusie
International geldt: individueel plannen, nauw monitoren en risico's actief managen. Met de juiste protocolkeuze, conservatieve dosering, veilige trigger en duidelijke alarmtekens kan ovariale stimulatie effectief en verantwoord worden uitgevoerd – zowel voor IUI als voor IVF/ICSI.

