Mannelijke vruchtbaarheid is niet tijdloos. Vanaf halverwege de dertig zien veel mannen een geleidelijke daling van de spermakwaliteit; rond het 40e jaar neemt het risico op meetbare afwijkingen toe. Dit artikel legt de biologische achtergronden uit, plaatst studies realistisch in context en geeft praktische adviezen om risico’s te beperken en stappen bij kinderwens zinvol te plannen.
Spermatogenese & leeftijd
De productie van zaadcellen begint in de puberteit en gaat levenslang door. Kwaliteit en aantal zijn echter dynamisch en worden beïnvloed door leeftijd, hormonen, leefstijl en omgevingsfactoren. Referentiewaarden en onderzoeksstandaarden staan beschreven in het actuele WHO-handboek dat wereldwijd in andrologielaboratoria wordt gebruikt. WHO Laboratory Manual for the Examination and Processing of Human Semen
Wat verandert er met de leeftijd
- Spermaconcentratie: Vaker lager dan in de 20er/30er jaren; de spreiding blijft groot.
- Motiliteit (beweeglijkheid): Neigt te dalen; trager voorwaarts bewegen verkleint de kans om de eicel te bereiken.
- Morfologie (vorm): Toename van atypische vormen, wat het binnendringen in de eicel kan bemoeilijken.
- DNA-integriteit: Hogere mate van DNA-fragmentatie door oxidatieve stress en verouderingsprocessen.
- Begeleidende factoren: Vaker urologische comorbiditeit, meer medicatie, metabole veranderingen.
| Leeftijdsgroep | Typische trends | Aantekeningen |
|---|---|---|
| 20–34 | Vaak hoogste algehele kwaliteit | Gezonde leefstijl rendeert sterk |
| 35–39 | Eerste meetbare teruggang mogelijk | Bij uitblijvende zwangerschap: diagnostiek overwegen |
| 40–44 | Vaker afwijkingen in motiliteit/DNA | Gerichte evaluatie, risicofactoren actief aanpakken |
| ≥45 | Aanzienlijk vaker beperkte parameters | Individueel advies, evt. voortplantingsgeneeskunde |
Cijfers & studies
Grote overzichten tonen leeftijdsafhankelijke trends: afnemende motiliteit en meer DNA-schade gaan samen met lagere zwangerschapskansen en een licht verhoogd miskraamrisico. Gemiddeld zijn de effecten matig, met veel individuele variatie. Aanbevolen zijn overzichten over mannelijke subfertiliteit en beoordelingen van de evidentie rond antioxidanten. NHS: Infertility overview • Cochrane Review: antioxidanten bij mannelijke subfertiliteit
Hormonen & andropauze
Gemiddelde testosteronspiegels dalen met het ouder worden licht. Dat kan invloed hebben op libido, ejaculaatvolume en rijping van zaadcellen. Een simpele “testosteronkuur” is bij kinderwens ongeschikt, omdat exogeen testosteron de lichaamseigen zaadproductie kan onderdrukken. Evaluatie en behandeling horen onder andrologische begeleiding. ASRM: Male infertility (patiënteninformatie)
Genetica & DNA-schade
Leeftijd, oxidatieve stress en omgevingsfactoren vergroten doorgaans het aandeel gefragmenteerd DNA. Een verhoogde DNA-fragmentatie-index (DFI) kan samengaan met lagere slagingskansen en hogere miskraampercentages. Tests zoals SCSA of TUNEL zijn beschikbaar in gespecialiseerde labs; de zeggingskracht hangt af van indicatie en klinische context. CDC: Infertility
Gevolgen voor kinderen
Bij hogere vaderlijke leeftijd beschrijven studies licht verhoogde risico’s op vroeggeboorte, laag geboortegewicht en enkele neuro-ontwikkelingsgerelateerde diagnosen. Voor het individuele kind blijven de absolute risico’s meestal laag; counseling helpt de cijfers correct te duiden. HFEA: gezondheidsaspecten rond sperma
Leefstijl: wat je kunt beïnvloeden
- Stoppen met roken, matig alcoholgebruik, geen drugs
- Gezond gewicht, regelmatige beweging, goede slaaphygiëne
- Oververhitting van de testes vermijden (lange saunasessies, zeer hete baden, warme laptop op schoot)
- Blootstelling aan schadelijke stoffen minimaliseren (bijv. oplosmiddelen, pesticiden, weekmakers)
- Voeding rijk aan antioxidanten; supplementen alleen gericht en na medisch advies
- Behandelen van onderliggende aandoeningen (bijv. varicocèle, diabetes, schildklier)
Diagnostiek: spermiogram & referentiewaarden
Het spermiogram beoordeelt concentratie, motiliteit en morfologie volgens WHO-standaarden; optioneel komen vitaliteit en DNA-fragmentatie erbij. Referentiewaarden zijn statistische vergelijkingspunten, geen harde “grens tussen vruchtbaar/onvruchtbaar”. Het totaalbeeld en de klinische context zijn doorslaggevend. WHO-handboek (6e editie)
- Concentratie: Volgens het WHO-manual; altijd interpreteren samen met volume en totaal aantal.
- Totaalaantal per ejaculaat: Relevant voor natuurlijke conceptie en de keuze van de behandeling (bijv. IUI vs. IVF/ICSI).
- Motiliteit/morfologie: Belangrijke voorspellers; meting is methodeafhankelijk.
Opties bij kinderwens
- Timing & cycluskennis: Seks in de vruchtbare fase vergroot de kansen; cyclus-tracking kan helpen. NHS: Getting pregnant
- Medische evaluatie: Bij afwijkingen urologisch/andrologisch laten beoordelen; zo mogelijk onderliggende oorzaken behandelen.
- Voortplantingsgeneeskunde: Afhankelijk van bevindingen IUI, IVF of ICSI; beslissing individueel en richtlijn-gebaseerd.
- Leefstijloptimalisatie: Evidence-based, vroeg starten en consequent volhouden.
Optie: sperma invriezen
Met name vóór therapieën met mogelijke gonadotoxische effecten (bijv. chemo-/radiotherapie), vóór vasectomie of bij een geplande latere kinderwens kan cryopreservatie zinvol zijn. Opslag gebeurt in vloeibare stikstof bij −196 °C; langdurig houdbaar. Heldere voorlichting en geïnformeerde toestemming zijn essentieel. HFEA: Sperm freezing
Wanneer naar de arts?
- Na 12 maanden regelmatige, onbeschermde seks geen zwangerschap (bij partner ≥35 jaar: na 6 maanden)
- Bekende risicofactoren: niet-ingedaalde testes, testisinfecties, varicocèle, liesoperaties, letsel, chemo-/radiotherapie
- Signalen van hormonale stoornissen: verlies van libido, erectiestoornissen, verminderd ejaculaatvolume
- Vóór geplande cryopreservatie of voortplantingsgeneeskundige procedures
Overzichten van oorzaken, diagnostiek en behandelstappen: NHS: Infertility • CDC: Infertility
Conclusie
De “biologische klok” tikt ook voor mannen. Leeftijdsafhankelijke veranderingen in spermakwaliteit zijn reëel, maar verschillen per individu. Wie leefstijlfactoren vroeg optimaliseert, tijdig laat onderzoeken en opties kent zoals cryopreservatie of voortplantingsgeneeskundige behandelingen, kan de kans op zwangerschap gericht verbeteren.

