Kunstmatige bevruchting 2025: methoden, slagingskansen en kosten in vogelvlucht

Profilbild des Autors
geschreven door Zappelphilipp Marx6 juni 2025
Embryologe onderzoekt een eicel onder de microscoop

Kunstmatige bevruchting biedt paren, alleenstaande vrouwen en LGBTQ+-gezinnen een reële kans op een eigen kind wanneer natuurlijke conceptie uitblijft. Of het nu gaat om milde cyclusstoornissen of ernstige vruchtbaarheidsproblemen, de reproductieve geneeskunde heeft procedurele oplossingen met steeds hogere slagingspercentages. Dit artikel legt helder uit welke methoden er zijn, wanneer ze zinvol zijn, welke kosten eraan verbonden zijn en welke risico’s je in gedachten moet houden.

Bevruchtingsmethoden in een oogopslag

  • ICI / IVI – thuisinseminatie
    Sperma wordt met een spuit of klein bekertje vlak bij de baarmoederhals geplaatst. Ideaal bij lichte beperkingen of donatiesperma. Laagste kosten, maximale privacy.
  • IUI – intra-uteriene inseminatie
    Gewassen zaadcellen worden via een katheter rechtstreeks in de baarmoeder ingebracht. Geschikt bij matige mannelijke factoren, cervixproblemen of onverklaarde onvruchtbaarheid.
  • IVF – in-vitrofertilisatie
    Meerdere gestimuleerde eicellen worden in het laboratorium samengebracht met sperma. Standaard bij tubaire factoren of mislukte IUI.
  • ICSI – intracytoplasmatische sperma-injectie
    Een enkele zaadcel wordt microscopisch in de eicel geïnjecteerd. Beste keuze bij ernstige mannelijke onvruchtbaarheid of TESE-materiaal.

Een complete IVF- of ICSI-cyclus kost in Duitsland momenteel circa €4.000–€8.000. Wettelijke zorgverzekeraars dekken – onder strikte voorwaarden – tot 50% van de eerste drie cycli voor gehuwde heteroseksuele paren.

Wanneer moet je medische hulp zoeken?

Volgens de WHO wordt infertiliteit gedefinieerd als het uitblijven van een zwangerschap na twaalf maanden onbeschermde geslachtsgemeenschap (of zes maanden bij vrouwen boven de 35), en verdient medische evaluatie. Typische oorzaken:

  • hormonale stoornissen zoals PCOS of schildklierproblemen
  • verstopte of ontbrekende eileiders (tubaire factor)
  • sterk verminderde zaadkwaliteit
  • endometriose of adenomiose
  • leeftijdsgebonden afname van de eicelreserve
  • onverklaarde (idiopathische) onvruchtbaarheid
  • gezin zonder mannelijke partner

Slagingskansen per leeftijd

Het Duitse IVF-register (D·I·R) registreerde in 2023 de volgende gemiddelde percentages per embryo-transfer:

  • 25 jaar: circa 46% klinische zwangerschap, 38% levendgeboorte
  • 30 jaar: circa 41% klinische zwangerschap, 33% levendgeboorte
  • 35 jaar: circa 32% klinische zwangerschap, 24% levendgeboorte
  • 40 jaar: circa 17% klinische zwangerschap, 12% levendgeboorte

Na 42 jaar nemen de kansen verder af. Veel klinieken adviseren dan eiceldonatie – verboden in Duitsland, maar legaal in het buitenland.

Typische risico’s en bijwerkingen

Een rapport van ESHRE (2023) toont dat de trend naar single-embryo-transfer de risico’s aanzienlijk vermindert. Toch kunnen de volgende bijwerkingen optreden:

  • Ovarieel hyperstimulerend syndroom (OHSS): buikpijn, misselijkheid, vochtretentie
  • Stemmingswisselingen: hormonale schommelingen
  • Meerlingzwangerschap: vooral bij overdracht van twee embryo’s
  • Lichte bloedingen of infecties na de eicelpunctie

Persoonlijke stimulatieprotocollen en electieve single-embryo-transfer helpen deze risico’s te beperken.

Andere factoren die de vruchtbaarheid beïnvloeden

  • endometriose, myomen, verklevingen
  • infecties zoals chlamydia of gonorroe
  • aanhoudende stress, slaapgebrek of depressie
  • roken, alcoholgebruik, sterk onder- of overgewicht
  • idiopathische onvruchtbaarheid ondanks normale tests

Kunstmatige bevruchting voor lesbische paren

Lesbische paren gebruiken meestal donorsemen via IUI of IVF. De niet-dragende partner moet het kind later via adoptie erkennen. Zorgverzekeraars vergoeden dit doorgaans niet.

Spermadonatie met RattleStork – flexibele optie

RattleStork brengt wensouders in contact met geverifieerde donoren. Paren en individuen kunnen zelf thuisinseminaties plannen – snel, veilig en betaalbaar.

RattleStork – de spermadonatie-app
Afbeelding: RattleStork – de spermadonatie-apps

Conclusie

De moderne reproductieve geneeskunde biedt voor bijna iedere situatie een weg naar een gewenst kindje. Wie de oorzaken kent, kosten realistisch inschat en risico’s in de gaten houdt, kan samen met specialisten de optimale methode kiezen – van hightech laboratoriumprocedures tot privé spermadonatie.

Veelgestelde vragen (FAQ)

Bij IUI worden voorbereide zaadcellen rechtstreeks in de baarmoeder ingebracht; bij IVF wordt de eicel in het laboratorium bevrucht en het embryo enkele dagen later teruggeplaatst. IVF is complexer, maar vaak effectiever.

Een cyclus omvat hormoonstimulatie van de eierstokken, echo’s en bloedcontroles, eicelpunctie, bevruchting in het lab, embryokweek en embryo-transfer. Daarna volgt een wachttijd van circa twee weken tot de zwangerschapstest.

Als je na twaalf maanden regelmatig onbeschermde geslachtsgemeenschap niet zwanger bent (of na zes maanden als je ouder bent dan 35), raadt de WHO aan een fertiliteitsspecialist te raadplegen.

De klinische zwangerschapskans per transfer is ~46 % op 25, ~41 % op 30, ~32 % op 35 en ~17 % op 40. Na 42 adviseren veel klinieken eiceldonatie.

OHSS kan buikpijn, misselijkheid en vochtretentie veroorzaken. Ook stemmingswisselingen en een verhoogd risico op meerlingzwangerschap komen voor.

De punctie gebeurt onder lichte sedatie of algehele anesthesie en wordt doorgaans goed verdragen. Lichte krampen of kleine bloedingen kunnen optreden.

Na drie tot vier onsuccesvolle cycli wordt aangeraden de strategie te herzien. Eiceldonatie of adoptie kunnen alternatieven zijn, afhankelijk van diagnose en leeftijd.

Cryopreservatie betekent het invriezen en opslaan van eicellen, zaadcellen of embryo’s om de vruchtbaarheid te behouden, bijvoorbeeld voor kankerbehandeling of door leeftijd.

Van stimulatie tot transfer duurt een cyclus meestal vier tot zes weken. De zwangerschapstest volgt ongeveer twee weken na de transfer.

De trend is om één embryo te plaatsen om het risico op meerlingzwangerschap te verkleinen. Bij lage kansen worden soms twee embryo’s overgebracht.

Wettelijke zorgverzekeraars vergoeden tot 50 % van de kosten voor drie IVF- of ICSI-cycli voor gehuwde heteroseksuele paren, onder strikte voorwaarden.

Een IUI kost afhankelijk van de kliniek tussen de €300 en €600 per cyclus. Het is aanzienlijk goedkoper dan IVF of ICSI.

Let op patiëntervaringen, officiële slagingspercentages, certificeringen (bijvoorbeeld ESHRE-kwaliteitszegels) en de kwaliteit van de persoonlijke begeleiding. Een oriënterend gesprek op locatie geeft vaak de beste indruk.

Veel klinieken bieden gespecialiseerde psychologische of kinderwens-counseling aan. Ook steungroepen en gespecialiseerde therapeuten kunnen helpen om de emotionele belasting tijdens het traject te dragen.