Reciprocale IVF maakt het voor twee moeders mogelijk de betrokkenheid te delen: de ene partner doneert de eicellen, de andere draagt de zwangerschap. De aanpak volgt beproefde IVF-protocollen, is planbaar en goed te documenteren – medisch, organisatorisch en juridisch. Toegankelijke overzichten van proces en succesfactoren vind je bij de HFEA (HFEA); klinische diepgang bij NICE (CG156), ESHRE (Guidelines) en de NHS (NHS).
Eerst de rolverdeling
Voordat jullie met afspraken en medicatie starten, leg de rollen vast: wie doneert en wie draagt – en waarom. Bepalend zijn eicelleeftijd en bevindingen, de praktische haalbaarheid in het dagelijks leven en jullie voorkeur. Handig is een korte beslismatrix:
| Criteria | Vragen voor inschatting | Praktische tip |
|---|---|---|
| Eicelfactoren | Leeftijd, AMH/AFC, endometriose, eerdere operaties | Rolverdeling afstemmen op eicelleeftijd |
| Uterusfactoren | Slijmvlies, myomen/poliepen, ontsteking | Afwijkingen vóór start behandelen |
| Werk & dagelijks leven | Werkuren, diensten, mantelzorg | Gedeelde agenda; vervanging vroeg regelen |
| Wens & rollen | Wie wil doneren, wie zwanger zijn – nu & later? | Bespreek verwachtingen open |
Zo werkt reciprocale IVF
Eicellen van partner A worden gestimuleerd en geoogst, in het lab bevrucht met donorsperma en als embryo overgebracht naar de baarmoeder van partner B. A levert de genetische bijdrage, B de zwangerschap. Voor een volgend kind kunnen de rollen bewust worden omgedraaid. Het klinische pad is gelijk aan IVF; verschillen zitten vooral in rolverdeling, documentatie en enkele juridische stappen.

Kans op succes en beïnvloedende factoren
De sterkste factor is de eicelleeftijd van de donerende partner. Verder tellen labkwaliteit, embryo-ontwikkeling, endometriumvoorbereiding, timing van de transfer, een single-embryo-strategie en eventuele comorbiditeit. Vakverenigingen adviseren vaak een single-embryo-transfer om meerlingrisico’s te verlagen – conform ESHRE-aanbevelingen voor stimulatie en de klinische praktijk (ESHRE).
| Factor | Invloed | Wat te doen |
|---|---|---|
| Eicelleeftijd | hoog | Leeftijd & AMH/AFC meenemen in rolkeuze |
| Embryokwaliteit | matig–hoog | Kies een ervaren lab; add-ons alleen bij aangetoond nut (ASRM) |
| Endometrium | matig | Ontsteking/myomen behandelen; transfervenster raken |
| Transferstrategie | matig | Meestal single-embryo-transfer; risico’s zorgvuldig afwegen |
| Leefstijl | matig | Niet roken; slaap, voeding en stressmanagement prioriteren |
Voor donatiestandaarden en add-ons biedt de ASRM-leidraad heldere duiding (ASRM). Een publieksvriendelijk overzicht van oorzaken en behandelopties vind je bij de NHS (NHS).
Stap-voor-stap verloop
Vooronderzoek bij beiden: Anamnese, echo, hormonen, ovariële reserve (AMH/AFC), infectiescreening, vaccinatiestatus; zo nodig genetische counseling. Rollen, tijdlijn en budget bepalen; kliniek kiezen.
Ovariële stimulatie en eicelpunctie (partner A): Stimulatie met monitoring, ovulatietrigger, transvaginale punctie. Doel: goede oogst met laag OHSS-risico.
Bevruchting en embryokweek: IVF/ICSI afhankelijk van bevindingen; kweek enkele dagen, kwaliteitsbeoordeling. Add-ons alleen gebruiken bij bewezen meerwaarde.
Voorbereiding op transfer (partner B): Endometriumopbouw in natuurlijke of gesubstitueerde cyclus; transfervenster vastleggen; vaak single-embryo-transfer.
Transfer en follow-up: Embryotransfer, luteale ondersteuning, zwangerschapstest, vroege echo; medicatie zo nodig bijstellen.
Veiligheid, tests en medicatie
Standaardzorg omvat actuele infectiescreening, vaccinatiestatus (bijv. rubella), medicatie- en schildkliercheck en foliumzuur preconceptioneel. Moderne protocollen beperken OHSS-risico; single-embryo-strategieën verminderen meerlingkans. De hoofdlijnen zijn consistent in richtlijnen (zie ESHRE en NHS).
Tijd, kosten en organisatie
Reken op wachttijd voor het eerste consult en diagnostiek. De actieve fase duurt doorgaans twee tot zes weken – van stimulatie via punctie en kweek tot transfer. Kosten en vergoeding variëren; plan ruimte voor extra cycli of cryo-transfers en archiveer documenten centraal.
| Bouwsteen | Waarop letten | Praktische tip |
|---|---|---|
| Afspraken | Monitoring, ingreepdag, transfervenster, afwezigheid op werk | Gedeelde agenda; vervanging vroegtijdig regelen |
| Budget | Stimulatie, punctie, lab, transfer, medicatie; evt. cryo & opslag | Gespecificeerde offertes opvragen; buffer toevoegen |
| Documenten | Toestemmingen, donorstukken, facturen, protocollen | Scannen en centraal, langdurig bewaren |
| Logistiek | Reizen, kinderopvang, dagelijkse support | Checklists gebruiken; verantwoordelijkheden afspreken |
Donor zoeken en criteria
Je kunt kiezen voor een kliniek-/spermadonorbaan of een bekende donor. Belangrijk: actuele testen, transparante profielen, duidelijkheid over eventueel toekomstig contact en solide documentatie. Bij wens voor broertjes/zusjes: vroegtijdig beschikbaarheid van dezelfde donor en familieplafonds bespreken. Klinische routes bieden kwaliteitsbewaking en traceerbaarheid; bij particuliere routes zijn gestructureerde afspraken en juridisch advies essentieel.
Juridische basis (NL)
In Nederland gelden de Embryowet (klinische kaders voor kunstmatige voortplanting) en de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting (WDKB; gegevensbeheer en afstammingsinformatie via de Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting – SDKB). Donor-kinderen hebben recht op (niet-)identificerende informatie volgens de wettelijke termijnen.
Toegang tot behandelingen: lesbische paren kunnen in Nederland terecht voor spermadonatie en IVF in vergunninghoudende klinieken. Voor duo-moederschap geldt: is de niet-barende partner getrouwd of geregistreerd partner én vond de behandeling in een kliniek met niet-juridische donor plaats, dan kan zij doorgaans vanaf geboorte juridisch ouder zijn. Bij een bekende donor of buitenklinische conceptie zijn erkenning of (partner)adoptie en goede afspraken/documentatie nodig.
Praktisch: werk met correcte toestemmingsformulieren, leg donorstatus en afspraken vast en bewaar alle medische en juridische stukken. Vergoeding en eigen risico verlopen via de zorgverzekering volgens de actuele polisvoorwaarden en leeftijdsgrenzen; vraag je kliniek en verzekeraar naar de details.
Mythes en feiten
- Meer embryo’s = hogere kans? Single-embryo-transfer verlaagt risico en is vaak het veiligst.
- De “fitste” partner moet dragen? Eicelleeftijd, medische voorgeschiedenis, dagelijks leven en voorkeur wegen zwaarder.
- Add-ons helpen altijd? Alleen kiezen bij bewezen meerwaarde.
- De wet is overal hetzelfde? Nationale regels verschillen sterk.
- Vers is altijd beter dan cryo? Cryo-transfers kunnen even goed presteren.
- Leefstijl compenseert leeftijd? Helpt, maar vervangt biologie niet.
- Bekende donor maakt alles simpel? Tests, documentatie en duidelijke afspraken blijven noodzakelijk.
- Eén negatieve transfer = fout plan? Meerdere pogingen en protocolaanpassingen zijn normaal.
Wanneer naar de arts
- Vóór start: basisdiagnostiek en planning van rollen en tijdlijn.
- Bij bestaande aandoeningen, chronische medicatie of onregelmatige cycli.
- Als zwangerschap uitblijft na transfers of als protocollen moeten worden aangepast.
Bondige publieksinfo: NHS; technische details over stimulatie en timing: ESHRE.
Donoren vinden met RattleStork
RattleStork helpt bij het zoeken naar donoren met geverifieerde profielen, veilige chat en tools voor planning van afspraken, notities, cyclus- en timingplanning en privé-checklists. Focus: transparantie, veiligheid en goede documentatie. RattleStork vervangt geen medisch advies.

Conclusie
Reciprocale IVF combineert gedeelde betrokkenheid met de structuur van klinische zorg. Doorslaggevend zijn eicelleeftijd, een goed voorbereid endometrium, realistische plannen voor tijd en budget, evidence-based keuzes en heldere juridische documentatie. Met zorgvuldige planning creëer je goede voorwaarden voor een veilig verloop – nu en voor eventuele toekomstige kinderen.

