Jaarlijks maken in Nederland veel mensen gebruik van spermadonaties. Laboratoriumscreenings verminderen de kans op overdracht en genetische risico's tot een zeer laag niveau, maar volledig uitsluiten is nooit mogelijk. Hier lees je welke ziekteverwekkers en genetische varianten relevant zijn, hoe betrouwbare spermabanken testen en waar je op moet letten bij particuliere donaties. Verder lezen: RIVM, ESHRE-richtlijnen, CDC over SOA, EU-richtlijn weefsels en cellen.
Waarom een meerstapscreening onmisbaar is
Veel ziekteverwekkers kennen een vensterperiode: kort na een besmetting toont een antistoffentest nog niets, terwijl PCR/NAT al kan aantonen. Daarom combineren betrouwbare programma's anamnese, serologische testen, PCR/NAT en een tijdsverschoofde vrijgave na herhaalde test (vaak 90–180 dagen). Zo daalt het resterende risico duidelijk. Deze aanpak volgt de raamaanbevelingen van ESHRE en openbare gezondheidsinstanties zoals het RIVM.
Virussen die in het ejaculaat aantoonbaar kunnen zijn
- HIV – antigen/antistof-combinatietest plus PCR/NAT; vrijgave pas na een tweede bloedafname.
- Hepatitis B en C – HBsAg, anti-HBc, anti-HCV en HCV-NAT; chronische infecties moeten betrouwbaar worden uitgesloten.
- CMV – IgG/IgM en indien nodig PCR; relevant tijdens de zwangerschap.
- HTLV I/II – zeldzaam, wordt in veel programma's getest.
- HSV-1/2 – klinische anamnese, bij verdenking PCR.
- HPV – PCR voor hoogrisicotypen; positieve monsters worden afgekeurd.
- Zika, dengue, West-Nijl – reisgeschiedenis, zo nodig RT-PCR en uitstel na verblijf in endemische gebieden.
- SARS-CoV-2 – tegenwoordig vooral anamnese en symptoomcheck; verplichte maatregelen verschillen per programma.
Bacteriën en parasieten in de context van spermadonatie
- Chlamydia trachomatis – vaak asymptomatisch; NAAT uit urine/uitstrijk.
- Neisseria gonorrhoeae – NAAT of kweek met resistentieonderzoek.
- Treponema pallidum (syfilis) – TPPA/TPHA en activiteitsmarkers (bijv. VDRL/RPR).
- Trichomonas vaginalis – NAAT; kan de spermafuctie verminderen.
- Ureaplasma/Mycoplasma – bij aantoning gericht behandelen.
- Uropathogene kiemen (bijv. E. coli, enterokokken) – kweek bij verdenking, problematische stammen worden geweerd.
Genetische risico's: wat tegenwoordig standaard is
- Cystische fibrose (CFTR)
- Spinale spieratrofie (SMN1)
- Hemoglobinopathieën (sikkelcel, thalassemieën)
- Fragiel X (FMR1) afhankelijk van voorgeschiedenis
- Y-chromosoom-microdeleties bij ernstige oligo/azoöspermie
- Populatiespecifieke panelen (bijv. Gaucher, Tay-Sachs)
Uitgebreider testen wordt bepaald door familieanamnese en afkomst. ESHRE adviseert om indicatiegebieden transparant vast te leggen.
Risikomatrix: pathogeen, test, vensterperiode, vrijgave
| Pathogeen | Primaire test | Vensterperiode | Typische vrijgave | Opmerking |
|---|---|---|---|---|
| HIV | Ag/Ab-combi + PCR/NAT | Dagen tot enkele weken | Na herhalingstest (90–180 dagen) | NAT verkort onzekerheid |
| HBV/HCV | HBsAg, anti-HBc, anti-HCV, HCV-NAT | Weken | Na herhalingstest | Controleer HBV-vaccinatiestatus |
| Syfilis | TPPA/TPHA + activiteitsmarker | 2–6 weken | Alleen bij compleet negatieve serologie | Therapie → uitstel tot genezing |
| Chlamydia/Gonorroe | NAAT (urine/uitstrijk) | Dagen | Bij negatieve uitslag | Positief → behandeling, controletest |
| CMV | IgG/IgM ± PCR | Weken | Afhankelijk van de bank | Relevant bij zwangerschap |
| Zika/West-Nijl | RT-PCR + reisanamnese | Weken | Uitstel na reis/ infectie | Let op endemische gebieden |
Concrete termijnen verschillen per laboratorium en nationale richtlijnen. Oriëntatie bieden ESHRE, RIVM en de EU-richtlijnen voor weefsels en cellen.
Zo verloopt de screening
- Anamnese en risicobeoordeling – vragenlijst, reis- en seksuele voorgeschiedenis.
- Labtesten – combinatie van antistof/antigeen en PCR/NAT.
- Genetisch panel – volgens richtlijnen en voorgeschiedenis.
- Quarantaine – invriezen en tijdsverschoofde vrijgave na herhalingstest.
- Eindvrijgave – alleen bij volledig normale uitslagen.
Particuliere spermadonatie: zo blijf je veilig
- Recente schriftelijke testrapporten van beide partijen (HIV, HBV/HCV, syfilis, chlamydia/gonorroe; afhankelijk van situatie CMV, Trichomonas).
- Geen onveilige seks met derden tijdens de vensterperiode na testen.
- Alleen steriele wegwerpmaterialen, schone ondergrond, handen wassen; geen menging van monsters.
- Documenteer datum, tijd, testuitslagen; leg afspraken schriftelijk vast.
- Bij symptomen zoals koorts, huiduitslag, abnormaliteiten of afscheiding: donatie uitstellen en medisch laten beoordelen.
Medische achtergrond over soa-preventie: RIVM en Thuisarts bieden begrijpelijke informatie.
Spermadonatie met RattleStork: georganiseerd, gedocumenteerd en gericht op veiligheid
RattleStork helpt je een particuliere spermadonatie verantwoord te plannen. Je kunt testrapporten veilig uitwisselen, herinneringen voor herhalingstests instellen, checklisten voor wegwerpmateriaal gebruiken en individuele toestemmingen vastleggen. Onze praktijkchecklist begeleidt bij voorbereiding, schone afname en overdracht. Zo blijft de donatie planbaar en transparant – zonder concessies aan veiligheidsstandaarden.

Wetgeving en normen (Nederland/Europa)
In Nederland zijn afname, onderzoek en uitgifte van donorgameten onderworpen aan Europese regelgeving (richtlijn 2004/23/EG en uitvoeringsrichtlijnen) en nationale voorschriften. Oriëntatie geven het RIVM voor infectiepreventie, ESHRE voor vakstandaarden en de EU-regels voor weefselinstellingen. Veel banken hanteren aanvullende limieten, zoals het aantal kinderen per donor, en werken met registers.
Conclusie
Betrouwbare spermabanken combineren anamnese, serologische testen, PCR/NAT, quarantaine en herhaalde tests. Daardoor blijven infecties en genetische risico's zeldzaam. Bij particuliere donaties zijn dezelfde principes doorslaggevend: recente testen, rekening houden met vensterperioden, hygiëne, documentatie en duidelijke afspraken. RattleStork biedt daarbij gestructureerde ondersteuning – voor een veilige, verantwoorde spermadonatie.

