Overdraagbare ziekten bij spermadonatie: virussen, bacteriën en genetische risico’s

Profielfoto van de auteur
Geschreven door Zappelphilipp Marx13 juni 2025
Laboratoriummedewerker analyseert een spermaproef

In Nederland kiezen elk jaar meer dan tienduizend mensen voor spermadonatie om hun droom om een gezin te stichten waar te maken. Moderne screeningsmethoden verminderen gezondheidsrisico’s aanzienlijk, maar een klein resterend risico blijft altijd bestaan. Dit artikel legt uit welke virussen, bacteriën, parasieten en erfelijke aandoeningen kunnen worden overgedragen en hoe meervoudige laboratoriumscreenings deze risico’s tot een minimum beperken.

Waarom meervoudige screening essentieel is

Pathogenen doorlopen vaak een vensterperiode: ze zijn aanwezig bij de donor, maar nog niet detecteerbaar met alleen serologische testen. Daarom adviseren het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) om serologische assays te combineren met PCR en donorproeven enkele maanden in quarantaine te plaatsen voordat ze vrijgegeven worden.

Virussen detecteerbaar in ejaculaat

  • HIV – ELISA en PCR-testen, aangevuld met quarantaine van de monster.
  • Hepatitis B & C – antistof- en antigeentest om leverbeschadiging te voorkomen.
  • Herpes Simplex Virus 1 & 2 – PCR-test; laag risico bij asymptomatische donoren.
  • Cytomegalovirus (CMV) – IgG/IgM-screening; cruciaal voor immuungecompromitteerde ontvangers.
  • Zika-virus – RT-PCR en antistoftesten na verblijf in endemische gebieden.
  • HTLV I/II – zeldzaam, maar geassocieerd met leukemie.
  • Human Papillomavirus (HPV) – PCR voor hoogrisico-typen (preventie baarmoederhalskanker).
  • Westnijl- & Dengue-virussen – belangrijk voor donoren uit tropische en subtropische regio’s.
  • SARS-CoV-2 – opgenomen in sommige screeningspanels tijdens pandemiepiek.

Bacteriën en parasieten in sperma

  • Chlamydia trachomatis – vaak asymptomatisch; kan de vruchtbaarheid verminderen.
  • Neisseria gonorrhoeae – gedetecteerd via NAAT of kweekswab.
  • Treponema pallidum (syfilis) – verplichte TPPA- en VDRL-serologie.
  • Urogenitale flora zoals E. coli en enterokokken – kunnen ontstekingen veroorzaken.
  • Trichomonas vaginalis – vermindert aantoonbaar de spermakwaliteit.
  • Mycoplasma/Ureaplasma – vaak symptoomloos, maar ontstekingsbevorderend.

Genetische risicofactoren

  • Cystische fibrose – CFTR-genanalyse
  • Tay-Sachsziekte – HEXA-mutatiescreening
  • Spinale musculaire atrofie – SMN1-test
  • Sikkelcel- & thalassemiescreening – hemoglobinopathiepannelen
  • Fragiel-X-syndroom – FMR1-repeatanalyse
  • Y-chromosoom microdeleties – geassocieerd met ernstige oligospermie
  • Gaucher-ziekte – relevant bij Ashkenazi-donoren
  • Populatiespecifieke panelen – bijv. Fanconi-anemie, ziekte van Wilson

Welke ziekten kunnen worden uitgesloten?

Door serologische methoden, PCR, genetische panelen en een quarantaineperiode van enkele maanden kan het laboratorium vrijwel alle relevante virussen, bacteriën, parasieten en erfelijke aandoeningen uitsluiten. Het resterende risico daalt zo naar een uitzonderlijk laag niveau.

Het screeningproces

  1. Anamnese – uitgebreide gezondheidsvragenlijst en voorlichting.
  2. Laboratoriumonderzoek – combinatie van antistof-, antigeen- en PCR-assays.
  3. Genetisch panel – screening op veelvoorkomende erfelijke aandoeningen.
  4. Quarantaine – opslag van het monster gedurende minimaal drie maanden.
  5. Hertest – controle op nieuwe infecties vóór vrijgave.

Particuliere donatie versus spermabank

Gecertificeerde spermabanken garanderen maximale veiligheid met wettelijk voorgeschreven testen, quarantaineprotocollen en donorregistratie. Particuliere donatie biedt een persoonlijkere aanpak en kan voordeliger zijn, maar vereist op maat gemaakte testafspraken en juridische overeenkomsten.

Startscherm van de RattleStork-app
Figuur: RattleStork – de spermadonatie-apps

Conclusie

Spermadonatie opent de deur naar het ouderschap voor velen. Een grondig screeningsprotocol, aanbevolen door RIVM en NVOG, is essentieel om het risico op overdracht van infecties of genetische aandoeningen vrijwel volledig te elimineren. Vertrouw op erkende centra en zorgplatforms – en geef je toekomstige gezin de veiligste start.

Veelgestelde vragen (FAQ)

Met gecombineerde PCR- en antistoftesten, een quarantaine van drie maanden en een laatste hertest ligt het resterende risico onder de 0,1 %.

Standaardpakketten omvatten HIV, hepatitis B/C, syfilis, chlamydia, gonorroe, CMV, HTLV, HPV en een genetisch panel.

Ja. Monstertesten vinden direct na afname en opnieuw na quarantaine plaats met ELISA en PCR.

Absoluut. HBsAg-, anti-HBc- en anti-HCV-assays zijn wettelijk verplicht.

Door een urinemonster of urethraswab te testen met NAAT.

Gebruikelijke screenings omvatten cystische fibrose, SMA, sikkelcel-/thalassemies, fragiel-X en populatiespecifieke panelen.

Om de vensterperiode van veel pathogenen te overbruggen; vóór vrijgave vindt een tweede bloedtest plaats.

De totale kosten inclusief screening variëren meestal tussen € 700 en € 1.200 per monster.

Donors zijn doorgaans 18–40 jaar, verkeren in goede gezondheid, zijn STI-negatief en voldoen aan strikte spermakwaliteitsnormen.

Nee. Alleen gecertificeerde spermabanken volgen gestandaardiseerde protocollen, quarantainemaatregelen en wettelijke waarborgen.

Het kind heeft wettelijk recht om bij volwassen leeftijd de identiteit van de donor te achterhalen.

PCR-swabs voor hoogrisicotypen; monsters met een positieve uitslag worden afgekeurd.

Zika kan maanden in sperma blijven en geboorteafwijkingen veroorzaken; RT-PCR sluit dat risico uit.

Ja. Veel klinieken accepteren alleen CMV-negatieve donoren om complicaties te beperken.

Anamnese → Informed consent → Bloed- en urinemonsters → Donatie → Quarantaine → Hertest → Vrijgave → Inseminatie.

Klinische zwangerschapskansen liggen rond 15–20 % per inseminatie; na drie cycli loopt dat op boven 50 %.

Ja. Bij positieve kweken vindt een resistentietest plaats; resistente stammen worden uitgesloten.

In vloeibaar stikstof (–196 °C) blijft sperma decennialang levensvatbaar.

De meeste centra behandelen ontvangers tot 45 jaar; daarna nemen de gezondheidsrisico’s toe.

Absoluut. Een hoge spermategrootte en goede beweeglijkheid optimaliseren de kans op bevruchting en worden altijd gecontroleerd.