Volgens de WHO wordt één op de tien baby's wereldwijd geboren vóór de 37e week van de zwangerschap. Deze gids laat zien hoe je risicofactoren herkent, vroeggeboorte voorkomt en prematuren de best mogelijke zorg biedt.
Wat is een vroeggeboorte?
Vroeggeboorte betekent bevalling vóór 37 weken 0 dagen zwangerschap. In de klinische praktijk maken we onderscheid:
- Extreem vroeg: < 28 weken – intensieve zorg, zeer onrijpe organen.
- Zeer vroeg: 28–32 weken – gespecialiseerde neonatologie, verhoogd risico op hersen- en ademhalingscomplicaties.
- Matig vroeg: 32–36 weken – kortere bewaking maar nog altijd verhoogde morbiditeit.
Actuele cijfers & trends
Het wereldwijde percentage vroeggeboortes schommelt al jaren rond de 10 %. In Nederland lag dit in 2023 op ongeveer 6,9 %. Dankzij preventie en hightech neonatologie nemen mortaliteit en langetermijngevolgen gestaag af.
Oorzaken – een multifactorieel proces
- Infecties: bacteriële vaginose, urineweginfecties of tandvleesontsteking.
- Meerlingzwangerschap & geassisteerde voortplanting.
- Cervicale insufficiëntie: cervixlengte < 25 mm of eerdere conisatie.
- Placenta-problemen: insufficiëntie, loslating, placenta praevia.
- Moederlijke aandoeningen: hypertensie, pre-eclampsie, diabetes, auto-immuunziekten of nierschade.
- Leefstijl & omgeving: roken, alcohol, chronische stress, extreem dieet of gewicht.
Waarschuwingssignalen tijdig herkennen
Neem direct contact op bij:
- Regelmatige, pijnlijke weeën vóór 37 weken
- Verlies van vruchtwater of vroegtijdig breken van de vliezen
- Vaginale bloedingen of hevige neerwaartse druk
- Cervixlengte < 25 mm bij echoscopie
Tests zoals fetaal fibronectine of ontstekingsmarkers verfijnen de risicobeoordeling.
Vroeggeboorte voorkomen – strategieën voor 2025
- Progesteron: vaginaal gel of depotinjectie verlaagt het risico bij een korte cervix met ≈ 40 %.
- Cerclage / pessarium: mechanische ondersteuning van de cervix.
- Screening op infecties: BV-, GBS- en CMV-testen met tijdige behandeling.
- Geoptimaliseerd beheer van chronische aandoeningen (bloeddruk, bloedsuiker, schildklier).
- Stressreductie, stoppen met roken en alcohol, uitgebalanceerde voeding.
Acute dreiging van vroeggeboorte: wat te doen?
Richtlijnen raden tocolytica aan om de bevalling minstens 48 uur uit te stellen, zodat antenatale corticosteroïden gegeven kunnen worden. De WHO-richtlijn voor antenatale corticosteroïden bevestigt dat betamethason ademhalingscomplicaties bij prematuren aanzienlijk vermindert.
Moderne neonatologie & ouder-kindbinding
Level III perinatale centra zetten in op:
- Zachte beademing (nCPAP, HFNC) met lage piekdrukken
- Hightech incubators met fototherapie & geluidsreductie
- Moedermelkbanken & individuele voedingsaanpassing
- Strikte infectiepreventie (gesloten zorgsystemen)
Kangoeroezorg: dagelijks huid-op-huidcontact stabiliseert ademhaling en temperatuur en bevordert de ouder-kindbinding.
Langetermijnprognose & nazorg
Met multidisciplinaire vroeginterventie behalen > 90 % van de matig vroeg geborenen een normaal schoolniveau. Veelvoorkomende aandachtspunten:
- Vertraging in fijne motoriek
- Zicht- en gehoorstoornissen – regelmatig screenen
- Chronische luchtwegaandoeningen (BPD, astma)
- Aandachts- en leerproblemen
Onderzoek & de toekomst
Immuunprofiel-testen: moeten het risico vóór 20 weken voorspellen.
Kunstbaarmoeder: dierstudies verlengen “baarmoedertijd” met tot 28 dagen buiten de moeder.
Microbioom-therapieën: eerste onderzoeken naar probiotica tegen NEC.
Ondersteuning voor ouders
De WHO bundelt internationale richtlijnen en praktische handvatten voor gezinnen met prematuren. Oudergroepen, lactatiekundigen en vroeginterventie-programma’s bieden concrete hulp.
Conclusie
Niet alle vroeggeboortes zijn te voorkomen. Wie risicofactoren kent, waarschuwingssignalen serieus neemt en moderne therapieën inzet, verbetert aanzienlijk de overlevings- en ontwikkelingskansen van prematuren.

