In Nederland kiezen elk jaar meer dan tienduizend mensen voor spermadonatie om hun droom om een gezin te stichten waar te maken. Moderne screeningsmethoden verminderen gezondheidsrisico’s aanzienlijk, maar een klein resterend risico blijft altijd bestaan. Dit artikel legt uit welke virussen, bacteriën, parasieten en erfelijke aandoeningen kunnen worden overgedragen en hoe meervoudige laboratoriumscreenings deze risico’s tot een minimum beperken.
Waarom meervoudige screening essentieel is
Pathogenen doorlopen vaak een vensterperiode: ze zijn aanwezig bij de donor, maar nog niet detecteerbaar met alleen serologische testen. Daarom adviseren het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) om serologische assays te combineren met PCR en donorproeven enkele maanden in quarantaine te plaatsen voordat ze vrijgegeven worden.
Virussen detecteerbaar in ejaculaat
- HIV – ELISA en PCR-testen, aangevuld met quarantaine van de monster.
- Hepatitis B & C – antistof- en antigeentest om leverbeschadiging te voorkomen.
- Herpes Simplex Virus 1 & 2 – PCR-test; laag risico bij asymptomatische donoren.
- Cytomegalovirus (CMV) – IgG/IgM-screening; cruciaal voor immuungecompromitteerde ontvangers.
- Zika-virus – RT-PCR en antistoftesten na verblijf in endemische gebieden.
- HTLV I/II – zeldzaam, maar geassocieerd met leukemie.
- Human Papillomavirus (HPV) – PCR voor hoogrisico-typen (preventie baarmoederhalskanker).
- Westnijl- & Dengue-virussen – belangrijk voor donoren uit tropische en subtropische regio’s.
- SARS-CoV-2 – opgenomen in sommige screeningspanels tijdens pandemiepiek.
Bacteriën en parasieten in sperma
- Chlamydia trachomatis – vaak asymptomatisch; kan de vruchtbaarheid verminderen.
- Neisseria gonorrhoeae – gedetecteerd via NAAT of kweekswab.
- Treponema pallidum (syfilis) – verplichte TPPA- en VDRL-serologie.
- Urogenitale flora zoals E. coli en enterokokken – kunnen ontstekingen veroorzaken.
- Trichomonas vaginalis – vermindert aantoonbaar de spermakwaliteit.
- Mycoplasma/Ureaplasma – vaak symptoomloos, maar ontstekingsbevorderend.
Genetische risicofactoren
- Cystische fibrose – CFTR-genanalyse
- Tay-Sachsziekte – HEXA-mutatiescreening
- Spinale musculaire atrofie – SMN1-test
- Sikkelcel- & thalassemiescreening – hemoglobinopathiepannelen
- Fragiel-X-syndroom – FMR1-repeatanalyse
- Y-chromosoom microdeleties – geassocieerd met ernstige oligospermie
- Gaucher-ziekte – relevant bij Ashkenazi-donoren
- Populatiespecifieke panelen – bijv. Fanconi-anemie, ziekte van Wilson
Welke ziekten kunnen worden uitgesloten?
Door serologische methoden, PCR, genetische panelen en een quarantaineperiode van enkele maanden kan het laboratorium vrijwel alle relevante virussen, bacteriën, parasieten en erfelijke aandoeningen uitsluiten. Het resterende risico daalt zo naar een uitzonderlijk laag niveau.
Het screeningproces
- Anamnese – uitgebreide gezondheidsvragenlijst en voorlichting.
- Laboratoriumonderzoek – combinatie van antistof-, antigeen- en PCR-assays.
- Genetisch panel – screening op veelvoorkomende erfelijke aandoeningen.
- Quarantaine – opslag van het monster gedurende minimaal drie maanden.
- Hertest – controle op nieuwe infecties vóór vrijgave.
Particuliere donatie versus spermabank
Gecertificeerde spermabanken garanderen maximale veiligheid met wettelijk voorgeschreven testen, quarantaineprotocollen en donorregistratie. Particuliere donatie biedt een persoonlijkere aanpak en kan voordeliger zijn, maar vereist op maat gemaakte testafspraken en juridische overeenkomsten.

Conclusie
Spermadonatie opent de deur naar het ouderschap voor velen. Een grondig screeningsprotocol, aanbevolen door RIVM en NVOG, is essentieel om het risico op overdracht van infecties of genetische aandoeningen vrijwel volledig te elimineren. Vertrouw op erkende centra en zorgplatforms – en geef je toekomstige gezin de veiligste start.