Onvervulde kinderwens is voor veel paren een van de meest belastende periodes in het leven — en toch bestaat nog vaak het beeld dat het probleem “meestal bij de vrouw” ligt. Grote onderzoeken laten zien dat mannelijke factoren in ongeveer de helft van de gevallen geheel of gedeeltelijk bijdragen; organisaties zoals de WHO schatten dat wereldwijd ongeveer één op de zes personen gedurende het leven met infertiliteit te maken krijgt. In dit artikel richten we ons specifiek op de mannelijke kant: wat betekent “mannelijke onvruchtbaarheid” precies, welke oorzaken komen in aanmerking, hoe verloopt een goede diagnostiek en welke behandelmogelijkheden bestaan er echt — van leefstijlmaatregelen tot IVF en ICSI — zodat je beter kunt inschatten welke volgende stappen voor jou of voor jullie zinvol zijn.
Wat is mannelijke onvruchtbaarheid?
De WHO definieert infertiliteit als het uitblijven van een zwangerschap na minimaal twaalf maanden van regelmatig, onbeschermd seksueel contact. Deze definitie geldt voor alle geslachten — de oorzaak kan bij de man, bij de vrouw, bij beiden liggen of ondanks alle diagnostiek onduidelijk blijven.
Bij mannelijke onvruchtbaarheid gaat het erom dat de kwaliteit of het aantal zaadcellen onvoldoende is om op natuurlijke wijze een zwangerschap tot stand te brengen of te laten voortduren. Artsen onderscheiden:
- Primaire infertiliteit: Je hebt nog geen kind verwekt.
- Secundaire infertiliteit: Eerder is wel een zwangerschap ontstaan, later lukt het ondanks kinderwens niet meer.
Belangrijk: een eenmaal licht afwijkend spermiogram is nog geen diagnose. Spermawaarden schommelen, en ze moeten altijd worden beoordeeld in combinatie met je voorgeschiedenis, leeftijd, eventuele aandoeningen en de vruchtbaarheid van je partner.
Veelvoorkomende oorzaken van mannelijke onvruchtbaarheid
De huidige richtlijn van de European Association of Urology beschrijft een reeks typische oorzaken. Vaak spelen meerdere factoren tegelijk een rol.
Problemen bij de zaadcelproductie
Zaadcellen worden in de teelballen gevormd. Als de productie verstoord is, kan dat leiden tot te weinig zaadcellen (oligozoöspermie), slechte beweeglijkheid (astenozoöspermie) of afwijkende vorm (teratozoöspermie). Veelvoorkomende triggers zijn een niet-ingedaalde teelbal in de kindertijd (cryptorchidie), teelbalschade, chemotherapie of bestraling, zware infecties of hormonale stoornissen.
Varicokèle (varices in de balzak)
Een varicokèle is een aderverwijdering in de balzak. Deze kan warmteophoping veroorzaken en zo de rijping van zaadcellen verstoren. Veel mannen hebben een varicokèle zonder klachten — relevant wordt het vooral als daarnaast de zaadkwaliteit verminderd is en er een kinderwens bestaat.
- Diagnose: Voelen bij onderzoek en Doppler-echo door urologie of andrologie.
- Behandeling: Microchirurgische ligatie of embolisatie bij duidelijke indicatie.
Afvoerstoringen in de zaadleiders
Als zaadleiders of afvoergangen verstopt, vernauwd of aangeboren afwezig zijn, komen zaadcellen niet of sterk verminderd in het ejaculaat terecht. Oorzaken kunnen eerdere operaties, ontstekingen, aangeboren afwijkingen of een vasectomie zijn.
In sommige gevallen is reconstructie van de doorgang mogelijk. Als dat niet kan, kunnen zaadcellen vaak direct uit teelbal of bijbal worden gewonnen en met ICSI gebruikt worden.
Hormonale stoornissen
De functie van de teelballen hangt nauw samen met hormonen uit de hersenen en de hypofyse. Stoornissen in deze as — bijvoorbeeld door tumoren, trauma, erfelijke aandoeningen of medicatie — kunnen ervoor zorgen dat de zaadcelproductie daalt of niet op gang komt.
- Typische constellaties: Laag testosteron, afwijkende LH-/FSH-waarden, verhoogde prolactinewaarden, schildklieraandoeningen.
- Behandeling: Behandeling van de onderliggende aandoening, eventueel hormonale stimulatie (bijv. hCG, FSH) onder zorgvuldige controle.
Genetische oorzaken
Genetische veranderingen zoals het Klinefelter-syndroom (47,XXY), Y-chromosoom-microdeleties of CFTR-mutaties bij afwezige zaadleiders kunnen de zaadcelproductie sterk beperken of verhinderen. Naast diagnostiek hoort hier altijd uitgebreide humangenetische counseling bij.
Infecties en ontstekingen
Ontstekingen van teelbal, bijbal of prostaat kunnen zaadcellen beschadigen en zaadleiders doen verkleven. Vaak betrokken zijn seksueel overdraagbare infecties (soa’s) zoals chlamydia of gonorroe, maar ook orchitis door bof.
- Diagnose: Urine- en uitstrijkonderzoek, eventueel antistoftesten en echografie.
- Behandeling: Consequente antibiotische of antivirale behandeling volgens richtlijnen en partnerbehandeling.
Leefstijl, milieu en werk
Roken, veel alcohol, drugs, overgewicht, weinig beweging, slaaptekort en chronische stress kunnen aantal en kwaliteit van zaadcellen aanzienlijk verslechteren. Daarnaast spelen milieuverontreiniging, hitte (sauna, strakke kleding, laptop op schoot) en chemicaliën op het werk een rol.
Idiopathische infertiliteit
Ondanks moderne diagnostiek blijft bij een deel van de mannen de oorzaak onduidelijk. Dan spreekt men van idiopathische mannelijke infertiliteit. Hier zijn leefstijlaanpassingen, realistische voorlichting en een individuele strategie voor de kinderwens extra belangrijk.
Leefstijl & spermakwaliteit: wat je zelf kunt doen
Je kunt niet alles beïnvloeden — maar duidelijk meer dan veel mensen denken. Vakverenigingen en informatiebronnen zoals RIVM of Thuisarts, en Europese organisaties zoals ESHRE, benadrukken dat leefstijlfactoren een meetbaar effect hebben op spermakwaliteit en hormoonhuishouding.
- Gewicht: Een BMI in het normale bereik en al 5–10% gewichtsverlies bij overgewicht kunnen hormonen en spermawaarden verbeteren.
- Voeding: Veel groenten, fruit, volkorenproducten, peulvruchten, noten en hoogwaardige plantaardige oliën; weinig sterk bewerkte producten, suiker en transvetten.
- Beweging: Minstens 150 minuten matige inspanning per week plus een à twee krachttrainingen per week is een goede richtlijn.
- Roken & alcohol: Stoppen met roken is een van de belangrijkste maatregelen; alcohol bij voorkeur slechts beperkt gebruiken.
- Slaap: 7–8 uur slaap met een redelijk vast ritme ondersteunt hormonen en herstel.
- Stress: Sport, ontspanningstechnieken, coaching of psychotherapie kunnen helpen bij het verminderen van chronische stress.
Supplementen kunnen zinvol zijn bij aantoonbare tekorten (bijv. vitamine D, zink, foliumzuur). “Wondermiddelen” zonder diagnostiek leveren vaak niet wat ze beloven.
Diagnostiek bij de man: zo verloopt het onderzoek
Een goede diagnostiek van mannelijke vruchtbaarheid volgt een helder stappenplan. Idealiter gebeurt dit bij een andrologisch ervaren uroloog of in een vruchtbaarheidscentrum.
- Uitgebreid gesprek (anamnese): Duur van de kinderwens, cyclusgegevens van de partner, eerdere zwangerschappen, voorgeschiedenis, operaties, infecties, medicatie, drugsgebruik, beroep, leefstijl.
- Lichamelijk onderzoek: Teelbalvolume, bijbal, zaadstrengen, varicokèles, afwijkingen, pijn of verdikkingen.
- Spermiogram volgens WHO-standaard: Analyse van volume, concentratie, beweeglijkheid en morfologie van zaadcellen. Meestal wordt een monster na 2–7 dagen onthouding aanbevolen en bij afwijkingen een tweede spermiogram na enkele weken. Als referentie geldt onder andere het actuele WHO-handboek voor onderzoek van menselijk ejaculaat.
- Hormoonprofiel: Testosteron, LH, FSH, eventueel prolactine en schildklierwaarden om de hormonale aansturing van de teelballen te beoordelen.
- Infectiediagnostiek: Urine- en uitstrijkonderzoek op soa’s en andere ziekteverwekkers, eventueel prostaatsecretie of bloedonderzoek.
- Genetische tests: Bij sterk afwijkende spermawaarden, azoöspermie of aangeboren afwijkingen: karyotype, Y-microdeleties, CFTR-mutaties en andere onderzoeken naar aanleiding van het vermoeden.
- Beeldvorming: Echografie van teelballen en scrotum, eventueel aanvullende beeldvorming bij onduidelijke bevindingen.
Belangrijk: het doel is niet om “schuldigen” aan te wijzen, maar om duidelijkheid te krijgen. Hoe nauwkeuriger de uitgangssituatie bekend is, hoe gerichter een behandeling kan worden gepland.
Behandeling & vruchtbaarheidsbehandeling
De optimale behandeling hangt af van jouw situatie: oorzaak, leeftijd, duur van de kinderwens, vruchtbaarheid van de partner, eerdere behandelingen en toekomstige gezinswensen. Serieuze vruchtbaarheidscentra werken met een gefaseerde aanpak.
Oorzaak specifiek behandelen
- Varicokèle: Microchirurgische ingreep of embolisatie als de zaadkwaliteit verminderde en er een kinderwens is.
- Hormonale stoornissen: Behandeling van hypogonadisme of andere endocriene aandoeningen met gerichte hormonale therapieën.
- Infecties: Antibiotica of antivirale therapie, partnerbehandeling en controleonderzoeken.
- Medicatieaanpassing: Indien mogelijk overstappen van medicatie die de vruchtbaarheid schaadt.
- Erectie- en ejaculatiestoornissen: Combinatie van medicatie, seksuele en relatietherapie en eventueel technische hulpmiddelen.
Leefstijl duurzaam verbeteren
Zonder een gezonde leefstijl kan zelfs de beste medische behandeling beperkt effectief zijn. Veel centra adviseren om vóór of parallel aan behandelingen minstens drie tot zes maanden consequent te werken aan gewicht, beweging, slaap, middelengebruik en stress — de rijping van een zaadcel duurt ruwweg drie maanden.
Geassisteerde voortplanting (IVF, ICSI & Co.)
Als de zaadkwaliteit en andere factoren dat nodig maken, worden technieken van geassisteerde voortplanting ingezet. Een goed overzicht biedt de ESHRE-informatiesite voor patiënten.
- IUI (intra-uteriene inseminatie): Opgewerkt sperma wordt rond de ovulatie in de baarmoeder ingebracht — geschikt bij lichte mannelijke beperkingen.
- IVF (in vitro fertilisatie): Eicellen worden opgehaald en in het laboratorium met veel zaadcellen in contact gebracht; de bevruchting vindt in het kweekmedium plaats.
- ICSI (intracytoplasmatische spermainjectie): Één enkele zaadcel wordt direct in de eicel geïnjecteerd. Standaard bij sterk verminderde zaadkwaliteit of na mislukte IVF.
- TESE/MESA: Winning van zaadcellen direct uit teelbal (TESE) of bijbal (MESA) als er geen of nauwelijks zaadcellen in het ejaculaat aantoonbaar zijn.
- Kryoconservatie: Invriezen van zaadcellen voorafgaand aan chemotherapie, bestraling of operaties die de vruchtbaarheid mogelijk bedreigen.
Kansen & prognose
Hoe groot de kansen zijn, hangt van veel factoren af: de oorzaak van de infertiliteit, de duur van de kinderwens, de leeftijd van beide partners, de eicelreserve van de partner, de zaadkwaliteit en de gekozen behandelingen.
- Bij behandelbare oorzaken (bijv. varicokèle, hormonale disbalans, infecties) zijn de kansen vaak flink te verbeteren.
- Leefstijlaanpassingen vergen tijd, maar kunnen meetbare effecten hebben op testosteronniveaus en spermawaarden.
- Bij genetische oorzaken of ernstige azoöspermie zijn de opties beperkter, maar TESE/ICSI of donorsperma blijven mogelijke routes naar ouderschap.
- Soms leiden meerdere behandelingsronden niet tot het gewenste resultaat — dan kan het zinvol zijn om alternatieven zoals donorsperma, adoptie of een leven zonder eigen kinderen te overwegen.
Gestructureerde voorlichting in vruchtbaarheidscentra kan helpen bij het inschatten van realistische slagingskansen voor verschillende strategieën.
Psychosociale aspecten: mannelijkheid, schaamte en communicatie
Mannelijke onvruchtbaarheid is meer dan een laboratoriumuitkomst. Veel mannen ervaren het vermoeden “misschien ligt het aan mij” als een zware aanslag. In de maatschappij wordt vruchtbaarheid nog steeds vaak gekoppeld aan mannelijkheid — dat veroorzaakt druk en schaamte, terwijl infertiliteit een medische aandoening is.
Wat veel mensen helpt:
- Open met je partner praten over gevoelens, zorgen en grenzen.
- Informatie uit betrouwbare bronnen gebruiken in plaats van mythes en halve waarheden uit forums.
- Psychologische ondersteuning of relatietherapie inschakelen als de kinderwens het leven gaat domineren.
- Contact zoeken met andere betrokkenen — bijvoorbeeld via lotgenotengroepen of online communities.
Belangrijk: een verminderde spermakwaliteit maakt je niet “minder mannelijk”. Het zegt niets over je karakter, je seksualiteit of je waarde als mens.
Wanneer moet je naar de arts?
In elk van de volgende situaties is het verstandig een urologische of andrologische evaluatie te starten:
- Jullie hebben ongeveer twaalf maanden regelmatig onbeschermd geslachtsverkeer gehad zonder dat er een zwangerschap is ontstaan.
- Je hebt als kind een niet-ingedaalde teelbal gehad, een testistorie of operaties in de lies- of genitaalstreek ondergaan.
- Je merkt knobbels, verhardingen, duidelijke grootteverschillen of aanhoudende pijn aan een teelbal.
- In de balzak voel je “wurmachtige” aderen of ervaar je een zwaar gevoel.
- Je hebt aanhoudende erectieproblemen of problemen met het ejaculeren.
- Je hebt chemotherapie of bestraling gehad of je staat op het punt zo’n behandeling te ondergaan.
- Je hebt langere tijd anabolen of ongecontroleerde testosteronsuppletie gebruikt.
Acute hevige teelbalklachten zijn een spoedgeval — in dat geval zoek je nog diezelfde dag medische hulp (spoedeisende hulp, urologische praktijk).
Praktijk-checklist: goed voorbereid naar de kinderwensspreekuur
Met wat voorbereiding verloopt het eerste bezoek aan het vruchtbaarheidscentrum of de andrologische poli een stuk rustiger — en haal je er meer uit:
- Vraag vooraf hoe de zaadafgifte geregeld is en hoeveel dagen onthouding worden aanbevolen.
- Schrijf alle medicijnen, supplementen en eerdere hormoon- of anabolenkuurtjes op.
- Neem bestaande uitslagen mee (spermiogrammen, hormoonwaarden, operatierapporten, brieven van artsen).
- Check bij je zorgverzekeraar welke onderzoeken en behandelingen (deels) vergoed worden.
- Bespreek als paar welke wegen in principe voor jullie in aanmerking komen (bijv. IVF/ICSI, TESE, donorsperma, adoptie).
- Noteer concrete vragen, zodat er tijdens het consult niets blijft liggen.
Conclusie
Mannelijke onvruchtbaarheid komt veel voor, maar blijft vaak onzichtbaar — zowel medisch als emotioneel. Het goede nieuws is dat veel oorzaken behandelbaar of te verbeteren zijn, zeker als je tijdig start met gestructureerde diagnostiek, je leefstijl eerlijk onder de loep neemt en een betrouwbaar vruchtbaarheidscentrum als partner kiest. Zo kunnen jullie geïnformeerd beslissen of een spontane zwangerschap, IVF of ICSI, donorsperma, adoptie of een ander levenspad het beste past — zonder verwijten en met een realistische, ondersteunende blik op jezelf en op jullie relatie.

